Introductie-blog democratisch onderwijs en natuurlijk leren

Mijn naam is Mariska Mouwen-van den Bosch en ik ben samen met mijn man Patrick ouder van twee fantastische zoons: Jamie en Ace. Ik ben bestuurslid / oprichter van Vivere Democratisch Onderwijs in Rotterdam. In dit blog geef ik een introductie op wat democratisch onderwijs en natuurlijk leren volgens mij nu eigenlijk inhoud, met bronverwijzingen en inspiratie voor verder onderzoek. Voor ouders en studenten die zelf al veel onderzoek gedaan hebben naar verschillende vormen van onderwijs zal een hoop bekend voorkomen, maar dit blog is dan ook echt bedoeld voor diegenen die er nog niet zoveel vanaf weten. Ik zal jullie meenemen op mijn reis door vernieuwend onderwijsland :-). De verwijzingen naar sites en boeken zet ik er direct bij, zodat je meteen kan doorklikken.

Een basis van gezonde voeding en een autoritatieve opvoeding geïnspireerd door Thomas Gordon

Wanneer je voor het eerst een kind krijgt komt er ontzettend veel op je af. Een heleboel dingen waar je voorheen nooit van gehoord had, zijn nu opeens van levensbelang. Keuzes voor voeding, gezondheid(szorg), opvoeding of onderwijs. Toen ik eenmaal bekomen was van de schrik van het voor het eerst moeder worden, merkte ik dat ik een enorme honger had naar informatie. Want ik voelde een gigantische verantwoordelijkheid voor dat kleine kindje, die nu geheel van mij afhankelijk was. En eigenlijk wist ik bijna niets over het moederschap. Ik had natuurlijk boeken gelezen over de zwangerschap en de bevalling, maar niets over de periode die daarna zou komen… Ik begon met het speuren op Google, het lezen van boeken, het kijken van filmpjes op YouTube en ga zo maar door. Zo werden wij bijvoorbeeld door het wetenschappelijke boek van Weston Price genaamd  Voeding en Fysieke Degeneratie geïnspireerd om steeds meer puur, natuurlijk, biologisch(-dynamisch) te gaan eten. Melk, eieren, groente, fruit, vlees en vis halen wij steeds meer bij lokale boeren. Op aanraden van een vriendin van ons die in de kinderopvang werkt, heb ik samen met mijn man ook de cursus ‘ Luisteren naar kinderen’ van Thomas Gordon gedaan. Door het boek  Child of Mine: Feeding with Love and Good Sense van Ellyn Satter leerde ik dat kinderen al op hele jonge leeftijd zelf in toenemende mate verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun inname van eten, wat ook weer mooi aansloot bij de theorie van Thomas Gordon. Als laatste in deze reeks bronnen wil ik nog het boek noemen van Sally Fallon Morrel genaamd  The Nourishing Traditions Book of Baby & Child Care. Een boek waarin alle aspecten waarin je mee te maken krijgt als nieuwbakken ouder worden doorgenomen. Al met al beogen wij een autoritatieve opvoedingsstijl.

“Bij een autoritatieve opvoeding staan de kinderen en hun individuele ontplooiing centraal. Opvoeders zijn dan ook erg betrokken. Er zijn duidelijke grenzen gesteld met daarbij wel aandacht en acceptatie van het kind. De opvoeders steunen het kind, waardoor het kind een positief zelfbeeld ontwikkelt. Bij deze opvoedingsstijl wordt er veel gecommuniceerd, opvoeders en kinderen onderhandelen dan ook met elkaar. De opvoeders bepalen de regels, maar de kinderen hebben wel de mogelijkheid om daar hun mening over te geven, dus er wordt ook gediscussieerd. De inbreng van kinderen wordt dus serieus genomen.

Kinderen die zo zijn opgevoed kunnen samenwerken en zijn betrokken op andere kinderen. Ze zijn zelfstandig en hulpvaardig. Ze zijn sociaal voelen en hebben persoonlijkheid goed ontwikkeld. Ze hebben ook een goed inlevingsvermogen. Deze opvoedingsstijl stimuleert het zelfvertrouwen en zelfstandigheid van het kind.”  https://opvoedingsstijlen.wikispaces.com/Verschillende+opvoedingsstijlen

Lekker leren en vrij spelen

Ik leerde het belang van vrij spel voor kinderen, onder andere uit het boek van Peter Gray getiteld  Free to Learn en deze  TED talk op YouTube. Inmiddels heb ik mijn eigen administratiekantoor beëindigd en ben ik full-time moeder. Een groot deel van onze dag speelt zich buitenshuis af. Lekker graven in het zand op een strandje in de buurt, het bezoeken van (kinder)musea als het Spoorwegmuseum, lekker struinen in de dierentuin of rennen in het bos. Jamie, mijn oudste zoon van bijna 4, heeft een ongelofelijke nieuwsgierigheid en leert doorlopend en supersnel. Zo kan hij je inmiddels van alles vertellen over het uitbarstelen (dat woord klopt niet nee, maar is te leuk om te corrigeren) van vulkanen, hoe elektriciteit werkt, hoe molens werken, hoe je darmen werken, hoe stoomtreinen werken en ga zo maar door. Puur door zijn eigen nieuwsgierigheid over hoe de wereld werkt. Hij gaat sinds hij twee is twee keer per week naar een peuterochtend en ook daar staan ze af en toe versteld over de onderwerpen en vragen waar hij mee aan komt. Alles bij elkaar is hij doorgaans bijzonder energiek, enorm leergierig en een echte wereldontdekker.

Naar de basisschool?

Bij het nadenken over en onderzoeken van het basisonderwijs voor Jamie vond ik het verschil met zijn leven nu wel heel erg groot. Zou hij wel in staat zijn om zoveel uur per dag stil aan een tafel te zitten? Zou er wel genoeg tijd zijn om vrij te spelen? Zou hij nog wel lekker veel buiten komen? Zou hij zich niet gaan vervelen? Hoe zou hij omgaan met de stress van toetsen en testen? Zou er wel genoeg aandacht besteed worden aan dingen als beweging, dans, muziek en kunst? Mijn man en ik hebben beiden geen geweldige herinneringen aan onze (basis)school tijd. Zo was mijn man als kind vaak snel klaar met zijn werkjes en moest hij urenlang met zijn armen over elkaar zitten. Het gevolg was natuurlijk dat hij de hele klas op stelten ging zetten. Ikzelf was gelukkig dol op boeken en nadat ik klaar was met mijn taken zat ik vaak urenlang te lezen. Op zich prima, maar jammer dat ik al die uren niet beter heb kunnen besteden. Natuurlijk geeft iedere school een andere invulling aan de manier waarop zij omgaan met ‘snelle’ of ‘langzame’ leerlingen, maar wij vonden eigenlijk geen écht bevredigende oplossingen voor mijn vragen in het reguliere onderwijs. Wij zagen het label ‘ADHD’ voor Jamie al in de lucht hangen. Dit moest toch beter kunnen, vonden wij beiden.

Verschillende soorten basisonderwijs of toch allemaal het zelfde?

Als je gaat zoeken op verschillende basisscholen lijken er op het eerste gezicht heel veel smaken te zijn: Jenaplan, Montessori, Vrije Scholen, Dalton-onderwijs, Protestants, Rooms-Katholiek, en ga zo maar door. Maar één ding hebben ze toch allemaal gemeen: de overheid / school / leraar bepaalt wat het curriculum is, dus  wat er geleerd moet worden. De scholen bieden soms alleen een bepaalde mate van vrijheid over het ‘wanneer’ en ‘hoe’, maar het ‘wat’ wordt altijd vanuit een vastgesteld plan bepaald. Door de overheid en het bestuur van de school. Kinderen hebben geen enkele inspraak op wat er geleerd wordt. Dat is toch eigenlijk vreemd. En ja, we willen allemaal dat onze kinderen als ze van de basisschool af komen op zijn minst een beetje kunnen schrijven, rekenen en lezen. Maar hebben ze voor die basisvaardigheden echt 8 jaar full-time school en huiswerk nodig? Voor mijn gevoel moest dat allemaal veel sneller kunnen, zodat meer tijd over zou blijven voor het ontdekken van je passies en talenten in bijvoorbeeld muziek, kunst, techniek, dans of drama. Na wat verder onderzoek blijkt dat inderdaad veel sneller te kunnen, als kinderen maar gemotiveerd en klaar zijn om te leren. Het ene kind toont op zijn 6 e al interesse in letters en cijfers, maar sommige andere kinderen hebben geen enkele interesse in deze dingen tot ze 10 of 11 zijn. Als kinderen helemaal worden vrijgelaten leren ze die basisvaardigheden uiteindelijk allemaal, maar ieder op zijn eigen moment. Een mooi artikel hierover staat op de site van  newschool.nu.

Onderwijs voor de toekomst

Het onderwijs zoals wij dat vandaag de dag kennen is een overblijfsel uit het industriële tijdperk, waarin school een voorbereiding was op een baan met een vaste, duidelijke werkomschrijving. Iets wat je tientallen jaren, of je hele leven kon doen. Maar de tijden veranderen en er wordt gezegd dat de invulling van werk er over 20 jaar totaal anders uit zal zien. Robots zullen veel ‘simpel’ werk overnemen en er zal veel behoefte zijn aan creatieve mensen, die innovatief zijn en de wereld vooruit kunnen helpen. Ons was al snel duidelijk dat we op een totaal andere manier naar onderwijs moeten gaan kijken. Want het heeft geen enkele zin om kennis uit je hoofd te leren die over een paar jaar al weer achterhaald is én die zo kan worden opgezocht op Google. Hoe bereid je je kind voor op zo’n nieuwe tijd, waar we nog maar zo weinig vanaf weten? Er is maar één manier: namelijk door  vanuit het kind te denken. Wat zijn zijn talenten? Haar passies? Wat wil je kind leren? Door kinderen tijd en ruimte te geven om lekker de wereld te gaan ontdekken, nemen zij zelf verantwoordelijkheid voor hun leerproces. Het is de enige manier om hen voor te bereiden op een toekomst die nog zo totaal onzeker is. En dan komt er vanzelf een punt dat zij vanuit  intrinsieke motivatie willen leren lezen, schrijven en rekenen. Of dansen, schilderen, naaien, timmeren, noem maar op. Simpelweg omdat dat nodig is om in onze maatschappij te functioneren. Alle kinderen zijn bijzonder en uniek en het onderwijs van de toekomst zal er steeds meer op gericht zijn om een ieders talent naar boven te halen. Hier staan een aantal bronnen die mij enorm hebben geholpen in dit onderzoek naar de oude en nieuwe kijk op het onderwijs:

Thuisonderwijs?

Een tijdlang heb ik gedacht dat thuisonderwijs de enige optie was om een vernieuwende vorm van onderwijs in Nederland aan mijn kinderen te kunnen bieden. Het grote nadeel hiervan vond ik echter dat ik in mijn eentje toch een minder rijke en inspirerende leeromgeving aan kan bieden dan een school dat zou kunnen, en dan met name de andere studenten van verschillende leeftijden. Kinderen leren namelijk ook ontzettend veel van elkaar!

Democratisch onderwijs!

Gelukkig kwam ik uiteindelijk op een nieuwe vorm van onderwijs uit die in Nederland en heel Europa steeds meer opkomt: democratisch onderwijs. De EUDEC (European Democratic Education Community) hanteert de volgende definitie:

De twee pijlers van democratisch onderwijs zijn:
– zelfgestuurd leren;
– 
een leergemeenschap op basis van gelijkheid en wederzijds respect.

Zelfgestuurd leren

Leerlingen op democratische scholen kiezen zelf hoe ze hun schooltijd doorbrengen, welke interesse ze na streven en hoe zich voorbereiden op hun latere leven. Leren kan plaatsvinden in de klas, net als op de conventionele scholen, maar tegelijk bestaat er veel ruimte om op geheel eigen wijze te leren, zoals door zelfstudie, onderzoek via het internet, spelletjes spelen, vrijwilligerswerk doen, projecten maken, musea bezoeken, reizen en gesprekken voeren met vrienden en de staf/begeleiders.

Een gemeenschap op basis van gelijkheid en wederzijds respect

Volgens de EUDEC is de beste omgeving om in te leren een omgeving waarin rechten en meningen worden gerespecteerd.

Democratische scholen hebben schoolvergaderingen waarin alle leden van de gemeenschap een gelijke stem hebben, ongeacht leeftijd of status. Studenten en docenten kunnen bij elkaar zitten als gelijken om over school regels, curricula, projecten, in sommige gevallen over het inhuren van personeel of zelfs over begrotingszaken te discussiëren en te stemmen.

Het resultaat: tolerante, open-minded, verantwoordelijke personen die weten hoe ze hun mening moeten uiten en kunnen luisteren naar die van anderen, die goed opgeleide, actieve burgers voor een moderne democratische samenleving vormen. Bron:  https://nl.wikipedia.org/wiki/Democratisch_onderwijs

Ook binnen het democratische onderwijs zijn weer verschillende stromingen. Bijvoorbeeld het Sudbury Vally onderwijs of de Lumiar School. Maar bij al deze stromingen staat het kind centraal. Studenten en begeleiders zijn gelijk aan elkaar en hebben dezelfde stem in de schoolkring of raad. Geen vaste klassen of vaste lessen. Nee, het kind bepaalt wat het wil leren, hoe, met wie en wanneer. Vrij (buiten)spel is mogelijk zoveel als kinderen willen, en in speciale studieruimtes kan je ook lekker uit boeken leren of op de computer en Ipad. Er zijn veel excursies en mogelijkheden om dingen buiten de school te ondernemen. Gepassioneerde vakdocenten geven lessen aan kinderen die zich daarvoor inschrijven. Traditionele klassen en leraren zijn er niet, wel begeleiders en coaches / tutoren die kinderen bijvoorbeeld helpen om een eigen studieplanning te maken en betrokken zijn bij de ontwikkeling van de kinderen. En er zijn heel veel mogelijkheden om je bezig te houden met andere dingen als rekenen, schrijven en lezen. Over de praktische invulling van deze vorm van onderwijs heb ik de volgende boeken gelezen:

Democratisch onderwijs in Nederland

Ik werd ontzettend enthousiast en heb de open dagen van onder andere Lumiar (Vianen), De Ruimte (Soest) en De Vallei (Driel) bezocht. Overal kwam ik betrokken ouders tegen die een manier van onderwijs zochten die recht doet aan  alle talenten van hun kind, en niet alleen een klein deel ervan (als je kind überhaupt al een talent heeft voor de wiskunde en talen) Scholen met een onderwijsvorm die kinderen in hun waarde laat, of ze nu wiskundig genie zijn of een fantastische timmerman of balletdanseres in de dop. Sommige kinderen die ik daar ontmoette waren al compleet vastgelopen in het reguliere onderwijs en bepaalde ouders overwogen zelfs om te gaan verhuizen om maar democratisch onderwijs aan hun kinderen te kunnen bieden.

Democratisch onderwijs in Rotterdam

Rotterdam is nog de enige grote stad van Nederland waar geen democratische onderwijs wordt aangeboden. We zijn erg blij bij te dragen met vernieuwend onderwijs in het brede aanbod in een onderwijsstad als Rotterdam.