Ik ben leerkracht en ik vind het dus heerlijk om les te geven. Stiekem genieten we toch een beetje van het podium dat ons beroep ons iedere dag weer biedt. Dat lesgeven op Vivere niet alleen maar op traditionele wijze gebeurt maakt mijn werk echter des te leuker. Ik sta namelijk niet de gehele dag voor een groep van 25 kinderen uit een handleiding te dicteren. In tegendeel, ik geef lessen op aanvraag van kinderen die interesse hebben in een vak en zelf met een leervraag komen. Wellicht lever ik dus in op de grootte van mijn publiek, maar volgens mij kan hier een mooie quote als ‘kwaliteit boven kwantiteit’ geplaatst worden. Deze kinderen zitten te wachten op je verhaal en wat je te zeggen hebt. Lijkt me waardevoller dan een groep pubers uit groep 7 de nodige stof voor de Cito-toets door hun strot te duwen.
Ik word op school uitgedaagd om dus in te spelen op de leerbehoefte van kinderen en dan bestaat de groep vaak ook nog eens uit verschillende leeftijden. Een voorbeeld is het vak geschiedenis. Dit vak geef ik momenteel aan een groep van zes studenten, bestaande uit vijf studenten uit ‘de bovenbouw’ en één jongen van 5 jaar. Deze jongen wilde graag als verkenner aansluiten bij de lessen en volgt sindsdien het vak met ontzettend veel plezier en motivatie. Grappig detail is dat aan het begin van de les bij het ophalen van de voorkennis van de vorige les, hij juist degene is die het meest heeft onthouden. Het ‘lesgeven’ gebeurt echter ook nog eens op verschillende manieren. Soms sta ik voor een groep informatie over te dragen, maar vaak gebeurt het ook dat we spontaan in leersituaties belanden. Tijdens een ochtendkring komt een interessant leerthema naar voren, een student benadert je met een verzoek of we komen tijdens spel tot nieuwe inzichten.
De andere manieren van lesgeven is niet het enige wat anders is op Vivere. Voorheen ben je als leerkracht gewend dat na 15.00 / 15.30 uur alle kinderen de school verlaten en jij in alle rust aan je administratieve werk kunt beginnen. Bij ons opent de BSO om 15.30 uur en blijven de kinderen op school aanwezig. Dit creeërt echter situaties die des te mooier zijn, omdat we vanaf dit moment spel en ontspanning nog meer centraal stellen. Dit levert voor mij nog meer momenten om te werken aan de vertrouwensband en relatie die ik heb met de kinderen. Ik geef geen lessen meer, maar speel ook spellen met de kinderen, ga naar buiten met ze of we kletsen met elkaar onder het eten van een stuk fruit. Daarnaast is er nog steeds gelegenheid voor kinderen om een beroep te doen op mijn vakkundige kennis als zij hulp nodig hebben bij individuele- of groepsprojecten. Dit blijft echter altijd een keuze van de studenten.
Door aan het einde van de dag nog even te gaan voetballen met een klein groepje kinderen belanden we in spelsituaties die voor geweldige sociale leermomenten zorgen. Dit is voor mij perfect om weer mee te nemen en te laten integreren in de begeleiding die je een student overdag als coach kan bieden. Zo ben ik met een student bezig om haar te begeleiden in het ontwikkelen van sociale relaties / vriendschappen en kan ik haar hierin dus van goede feedback voorzien als ik ’s middags om 17.00 uur nog even met haar en een aantal anderen ga voetballen op het plein . Daarnaast gun ik de kinderen natuurlijk ook hun rust en vrijheid, dus is er zeker om ruimte om tijdens BSO tijden lekker je eigen gang te gaan.
Ik wilde met jullie deze ontdekking delen over de meerwaarde van de combinatie tussen school en BSO en de rol die ik als leerkracht hierin kan vervullen.
Dennis de Wit
Mei 2018